De naam van Wat Arun, ook wel Temple of the Dawn genoemd, verwijst naar de hindoeïstische godin van de dageraad, Aruna. Het complex is opgebouwd uit een grote, centrale prang (pagode) en vier kleinere, die rond de centrale prang zijn geplaatst.,
De centrale prang stelt de Mount Meru voor, de berg waar de hindoeïstische goden vertoeven; de vier kleine prangs staan voor de vier winden. De tempel is gebouwd in de Khmer-stijl, die men ook terugvindt in de bouwstijl van onder andere het bekende Cambodiaanse bouwwerk Angkor Wat, maar het bouwwerk bevat ook enkele Thaise elementen.
Wat Arun bestaat uit verschillende terrassen, vier in totaal, maar men heeft slechts toegang tot de onderste drie terrassen. Deze terrassen kan men bereiken door het beklimmen van een steile trap. Van op het derde terras heeft men een prachtig uitzicht over de Chao Phraya rivier en de omliggende omgeving; met een hoogte van ongeveer 85 meter (men is het er niet helemaal over eens hoe hoog deze tempel precies is) is Wat Arun dan ook prominent aanwezig in het landschap.
Wat Arun bestaat uit een bakstenen kern, met daarop een bepleistering die is bezet met kleine stukjes Chinese porselein en schelpen. Deze materialen zijn typisch voor de Khmer-stijl. Ook is de prang gedecoreerd met verschillende beelden van hindoeïstische goden en Chinese soldaten en dieren.