Volgens het tijdschrift Fiets zouden we in camping Le Tampico alles vinden wat een fietstoerist zoekt, maar bij inspectie bleek dat toch niet te kloppen.
We zijn iets verder gereden en hebben ons gesetteld in camping Du Plan. Een ruime camping met 70 plaatsen, wat extra groen, niet duur en stoelen en tafels die we vrij mochten gebruiken van de campinguitbater.
Alles was vlug opgezet zodat er nog tijd was om een verkennend tochtje te maken in de omgeving. We besloten naar Pra-Loup te rijden, een kort klimmetje, maar voldoende om te zien hoe iedereen in form was. Marc is daar reeds een paar keer flink weggesprongen waardoor ik na 24 km alweer wist waar mijn plaats ging zijn in deze fietsvakantie.
Die dag hadden we een aardige rit uitgestippeld: in de voormiddag Col de la Bonette, de hoogst berijdbare col van Europa, en in de namiddag Col de la Cayolle
Toen we vertrokken voor de beklimming van de Col de la Bonette stond de zon reeds fraai te schijnen en dat is het weertje dat ik nodig heb. Van zodra het er bewolkt en regenachtig uitziet, verlies ik blijkbaar een deel van mijn kunnen en goesting. Een puur psychologische aangelegenheid, want de berg is er niet minder steil om.
Zoals steeds belandde ik nogal vrij vroeg aan de staart en eigenlijk voelde ik mij daar steeds beter en beter bij. Ik heb geleerd van vorig jaar dat forceren en aanklampen alleen maar leidt tot energieverspilling en ik daardoor minder kan genieten van de beklimming. Op mijn gezapig tempo, waarbij ik mijn polsslag zo goed mogelijk onder controle probeerde te houden, geraakte ik uiteindelijk goed boven.
Bij zo’n beklimming merk ik steeds op hoe vaak je eigenlijk van berg verandert. In de loop van de klim draai en keer je langs alle kanten waardoor je je vaak vergist waar de top nu juist ligt. De klim heeft vaak grote open vlaktes waar herders hun kuddes laten grazen. Hierdoor ben ik verplicht geweest even af te remmen toen een kudde schapen de weg over stak. Eigenlijk wel een fraai moment en het ideale tijdstip om mijn vochtbalans op peil te brengen.
De zon stond op dat moment reeds hoog aan de hemel en de warmte die ze gaf was enorm. Het zweet liep van mij af en ik was mezelf dan ook dankbaar dat ik een tweede drankhouder op mijn fiets had geïnstalleerd. Boven waren Marc en Eddy het zicht nog aan het bewonderen. Het was er koud. Zolang je klimt, zweet je je kapot maar eenmaal je daarboven stilstaat voel je direct dat de temperatuur amper boven het vriespunt is. Ik heb nog even van het landschap genoten en ben dan naar beneden gezoefd.
Col de la Cayolle; een mooie klim die alweer voor nieuwe, prachtige beelden zorgde. De klim liep vaak onder overhangende rotsen en was bijwijlen best wel steil. Zeker de laatste kilometers wogen door na alweer een dag van hard labeur.
In de namiddag zat op een half uur tijd de hemel dicht en toen ik boven bij Marc en Eddy aankwam, begon het fel te waaien en te regenen. Ik ben dan bijna direct weer naar beneden gereden en heb relatief lang in de gietende regen en hagelstenen gezeten. Hoe meer we afdaalden, hoe warmer het terug werd en hoe prachtig het was om de verdamping te zien die zich tussen de bossen reeds voltrok.
Bij iedere klim kom ik als laatste aan en het enige dat ik er spijtig aan vind, is dat ik nooit zie hoe Marc en Eddy zo’n klim naar boven rijden. Ik weet alleen hoe ik zelf afzie, maar ik kan nooit eens het gezicht bekijken van een ander. Horen ze hun adem ook ? Hebben ze ook die pijn in hun benen? Verlangen ze ook zo vaak dat ze boven zijn ? Dit en vele andere vragen zullen wellicht nooit beantwoord worden want ik ben nu eenmaal geen gevleugelde klimmer en zal het ook nooit worden.
De zon is vandaag terug van de partij en fonkelt aan een stralende hemel. We hebben vandaag de beklimming van de Col de Vars geprogrammeerd. Een zware klim waarbij vooral de laatste 5 kilometers zwaar doorwegen
De klim was mooi met vaak prachtige landschappen. Iedere klim opnieuw is alles anders en dat is zo prachtig. Hoewel we 6 à 7 cols beklommen hebben, was er geen één dezelfde. Het is dan ook zo moeilijk om alles te beschrijven. Het was één van de weinige keren dat ik echt zag dat Marc voor Eddy reed en het mij opviel dat het voor Eddy vaak ook een harde strijd moest zijn. Het is niet dat Marc met zijn vingers in zijn neus naar boven rijdt, maar het is vaak niet te zien aan zijn gezicht. Marc blijft een beetje mysterieus en ik kan alleen maar bewondering opbrengen dat hij zo’n fysieke prestaties kan neerzetten.
Ik bleef van bocht naar bocht rijden. Aan de aankomst op de top was de bar open. Een klein winkeltje met likeuren, frisdranken en wat prullen. Ik goot meteen een cola achterover en na wat gebabbeld te hebben over de klim daalden we af naar de splitsing waar we de col de Larche konden aanvatten. Deze was duidelijk minder zwaar dan de andere en was welgekomen na alweer enkele stevige koersdagen. We daalden samen af en ik vond dat ik niet mag klagen van mijn dag. Ik had alweer twee cols op mijn palmares.
Na een goed ontbijt waren we vroeg op pad voor de koninginnenrit. Bij de ochtendbespreking had ik voor mezelf al uitgemaakt dat ik de rit niet ging doen zoals Marc en Eddy. De plannen waren om een rondrit te doen met col d’Allos, col de Champs en col de la Cayolle. Twee beklimmingen op een dag vond ik al straf, maar drie leek mij iets te veel van het goed.
De Col d’Allos is een zeer lange klim, bijna 30 km lang, maar nooit echt steil. Vermits Marc en Eddy een zware dag voor de boeg hadden, gingen ze de klim naar boven aan aan een gezapig tempo. Daardoor heb ik zeer lang kunnen volgen en uiteindelijk pas op het laatste moeten lossen. Op de top waren Eddy en Marc aan het wachten, benieuwd of ik nog niet van gedacht was veranderd.
Na onderling overleg heb ik toch maar wijselijk besloten niet mee te gaan en terug te keren. Marc en Eddy zijn daarna de diepte ingedoken langs de andere kant van de berg en ik heb de afdaling ingezet richting Barcelonnette. Het was nog geen middag en echt afgezien had ik nog niet. Ik durfde de rondrit niet aan, maar was nu ook nog niet genoeg afgepeigerd om mij aan mijn tentje te gaan leggen.
Ik heb dan maar besloten om hen tegemoet te rijden. Vroeg of laat moest ik hen ergens tegenkomen en ik had de Col de Cayolle al eens omhoog gereden zodat ik niet echt verrassingen moest verwachten. Ik ben dan op eigen tempo de klim naar de top van de Cayolle aangevat. Ik reed ontspannen en relatief gemakkelijker dan anders omhoog. Ik moest geen rekening houden met anderen, ik had tijd zat en als ik het niet meer zag zitten kon ik nog altijd terugkeren.
Toen ik boven op de top aankwam, was het al over de middag en heb ik uitgebreid het landschap waargenomen. Eindelijk eens tijd om alles eens goed te bekijken, de hartslag te laten zakken en te genieten van het weer. Marc en Eddy moesten nu ook ongeveer aan de laatste klim begonnen zijn en omdat ik mij nog steeds goed voelde, ben ik nog maar een stukje afgedaald langs de andere kant.
Een zevental kilometer verder het dal in, heb ik mij geïnstalleerd in een draai op het terras van een klein pensionnetje. Van hieruit kon ik Marc en Eddy al van ver zien aankomen en kon ik mij op tijd klaarmaken om terug mee naar boven te rijden. Ik heb daar toch nog redelijk lang gezeten en nadat mijn cola’s en ijscrème op waren, had ik een renner in het vizier. Ik betaalde vlug de rekening en zette mij klaar om mee te gaan.
Het bleek dat Marc alleen was en dat Eddy een ferme tik van de hamer had gekregen. Marc, die zichtbaar aangenaam verrast was van mijn inspanning, adviseerde om te wachten op Eddy en hem alsnog te begeleiden naar boven.
Eddy weet zijn klop van de hamer aan een tekort aan vocht en vooral aan de enorme hitte. Het is inderdaad zo dat Eddy in zo’n ritten weinig drinkt en als je in het dal je drinkbus niet vult, kun je in de klim aardig in de problemen komen. Bij ons zijn er immers geen volgwagens waar je bevoorrading kunt vragen. Nu ja, vijgen na Pasen en een goede les voor ons allemaal.
We hebben mekaar weer samen gevonden aan de tent en hebben een goed gesprek gehad over de rit. Ik had uiteindelijk ook bijna 100 km, slechts 25 minder dan Marc en Eddy. Een rondrit klinkt mooi, maar eens je de berg over bent, is er geen weg meer terug. Het is dus van belang dat je bezint eer je begint.
Na een geslaagde fietsvakantie naar Alpe d’Huez stond toen al vast dat we het jaar erop een nieuwe fietsvakantie gingen plannen. Na wat opzoekingswerk was al vrij vlug beslist om naar Barcelonnette te gaan. Een plaatsje dat bij het brede publiek niet dezelfde uitstraling heeft als bijvoorbeeld Alpe d’Huez, maar dat wat betreft klimmogelijkheden niet moet onderdoen.