De Col de Iseran betekent vanaf de camping zo'n 45 km klimmen aan één stuk. Na de start moesten we eerst een klein beetje afdalen om dan continu te blijven stijgen. De weg tot in Val d'Isere is prachtig maar gevaarlijk. Je rijdt vaak langs de grote weg en hoewel er nog niet zoveel verkeer is, is het bijwijlen toch uitkijken voor voorbij razende auto's.
Eenmaal in Val d'Isere stonden we aan de voet van de Col d'Iseran. Na de inzinking van gisteren had Eddy besloten het vandaag rustig aan te doen en samen met mij naar boven te rijden. Daardoor zat Marc al vlug vooruit en kon ik samen met Eddy eens genieten van de klim. De klim was grotendeels gemaakt op de rand van de berg en dat gaf een mooi zicht op het dal. Het is prachtig om te zien hoe enkele honderden meters lager de vallei steeds kleiner wordt. Tijdens het klimmen zijn we meer dan eens een marmot tegengekomen, maar verder geen enkele andere wielertoerist.
Hoe hoger ik kwam, hoe hoger de sneeuw langs de kant van de weg was en toen ik aan de laatste kilometers begon, reed ik tussen twee muren van sneeuw van wel twee meter hoog. Fenomenaal! Los van het feit dat je door een frigo rijdt, ben je afgezonderd van alles en besef je hoe mooi en ongerept alles hier wel is. De weg was hier niet volledig ijsvrij waardoor het opletten geblazen was, want met dunne bandjes een ijspiste betreden is levensgevaarlijk.
Verkleumd van de kou heb ik op de top vlug omkeer gemaakt. Eénmaal de ijszone door, kreeg ik Eddy en Marc al vlug terug in het vizier. Nog voor Val d'Isere had ik hen al terug te pakken en we zijn dan verder samen afgedaald richting Bourg Saint Maurice.