De Pijp is de meest excentrieke wijk van Amsterdam, en misschien zelfs wel van heel Nederland. De wijk staat vooral bekend om het grote aantal binnen- en buitenlandse artiesten dat er gewoond heeft, en nog steeds woont.,
Bijvoorbeeld Nederlands’ grootste zanger van het levenslied, André Hazes had er zijn wieg staan en is er enkele jaren geleden ook gestorven.
De wijk is onderdeel van het Amsterdamse Oud-Zuid. De Pijp wordt wel eens ‘spiegel van de stad’ genoemd, omdat de bevolking ervan een precieze representatie is van de hoofdstad is. U treft er naar oorspronkelijke Amsterdammers, die er vaak al generaties lang verblijven, ook veel allochtonen en studenten aan.
Het grootste deel van De Pijp werd gebouwd in de tweede helft van de negentiende eeuw en geldt vandaag de dag als een schoolvoorbeeld van goedkope revolutiebouw. In de tijd waarin de plannen ontwikkeld werden voor de aanleg van de wijk, was er een nijpend tekort aan woonplaats in de stad, vooral ook voor de minder verdienende arbeidersklasse. Wat dat betreft is er dus weinig veranderd in de afgelopen anderhalve eeuw; de Pijp geldt nog steeds als een geliefde wijk voor mensen met allerlei soorten financiële, culturele en religieuze achtergronden.
Hieraan dankt de wijk waarschijnlijk ook de bekende Albert Cuypmarkt die er elke dag plaatsvindt. Op die markt worden vrijwel alle nationaliteiten die gevonden kunnen worden in Amsterdam getoond.