Nîmes, op 3 uur TGV-sporen uit Parijs, is een paradox op zich. De stad werd door de Kelten gesticht en enkele eeuwen later, met veel plezier, overgenomen door de Romeinen. De overblijfselen uit die Romeinse periode (arena, Magne-toren, Augustus-poort, Maison Carrée,…) zijn op zich al een bezoek aan de hoofdstad van de Gard waard.

Nu, 2000 jaar later, vormen de werken van innoverende architecten en kunstenaars als Foster, Starck en andere Wilmotte’s hierop een boeiend antwoord. Tussen deze twee uitersten getuigt een veelheid aan culturele en architectonische schatten van Nîmes’ rijke identiteit. De complexiteit die de stad een eeuwige schoonheid en een wilde zuiderse uitbundigheid meegeeft, kan je het beste proeven in de talrijke schaduwrijke voetgangersstraatjes.

Laat je oog vooral vallen op de plek van het Keltische eigendom, gewijd aan de oorspronkelijke Nemausus-bron. Tussen 1745 en 1755, op bevel van de koning, werd hier een installatie aangelegd die de groeiende stad van water voorzag. Je kan niet beter toeven voor een poëtische wandeling dan in deze Jardins de la Fontaine.

Tal van steden in Frankrijk zijn vlot te bereiken met de TGV, voor een overzicht kun je terecht op de treintickets pagina van zomerbrochure.